A jaar

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. (Sorry, de opmaak van de preken is nog niet overal in orde.)
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.



19e ZONDAG DOOR HET JAAR (A)   -   6 en 7 augustus 2005.

1e lezing: I Koningen 19: 9-13.
Evangelie: Mattheüs 14: 22 - 33.

Zusters en broeders,  

Het verhaal speelt zich af op zee.  De zee is de plaats van handeling.  De plaats waar het gebeurt in het evangelie van vandaag.

Dat zal dan wel het meer van Tiberias geweest zijn of het meer van Genesareth, maar dat noemden zij ook zee.

Als u wilt weten wat de zee voor die mensen toen betekende, moet u eens een andere tekst lezen, een andere tekst over de zee.  Die tekst staat in het laatste boek van de heilige schrift, het boek Openbaring van Johannes.

In het 21e hoofdstuk wordt daar een visioen beschreven, waarin een nieuwe schepping wordt aanschouwd.  Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.  AI het oude, het gebrekkige, het geschondene, het door het kwaad aangevretene, al het oude is voorbij.  Klap op de vuurpijl: ook de dood bestaat niet meer.  Geen rouw meer, geen geween, geen smart.  Dat is allemaal voorbij.

En daar tussenin staat er, terloops en zonder uitleg: En de zee zal er niet meer zijn.  Je denkt bij jezelf: De zee?  Wat is er mis met de zee?  Waarom moet ook de zee verdwijnen, als de schepping nieuw en voltooid zal worden?

Dat komt omdat de zee in de Bijbel iets anders is dan de zee in Blankenberge of in Middelkerke, waar wij onder de vakantie eventueel naartoe gaan.  De zee ligt voor hen niet in de buurt van de vakantie, de zee ligt voor hen in de buurt van de dood.

Je kunt daar misschien nog enigszins in komen, als je denkt aan de tsunami, die zeebeving van 26 december 2004.  In minder dan geen tijd, in minder dan 24 uur, zijn er toen 230.000 mensen in of door die losgebroken zee omgekomen.

Die zee, daar gaat het over in de bijbel.  De zee is voor hen de plaats waar levensbedreigende monsters wonen.  De plaats waar de dood altijd op de loer ligt.  De doodsgevaarlijke zee.  Dat doodsgevaar wordt acuut als het gaat stormen.  En stormen doet het in het evangelie van vandaag.

En ze zitten er in, dat groepje apostelen in hun boot.  Ze zijn bang, ze roeien wat ze kunnen, maar het is noodweer en ze komen niet vooruit.

En dan staat er dat er iemand over het water naar hen toe komt.  Over die opgezweepte zee, in die bulderende storm.  Er staat dat hij over die kolkende, brullende zee gewandeld komt.  Gewandeld, ja.  Doodgemoedereerd, naar hen toe gewandeld komt.  Ze denken dat het een spook is.  Wat zou je zelf anders gaan denken van iemand voor wie de wetten van de zwaartekracht en van het soortelijk gewicht blijkbaar niet gelden?

En dan blijkt het Jezus van Nazareth te zijn.  Die zelfde Jezus, met wie ze een paar uur geleden nog samen waren, en die hen op weg heeft gestuurd.  Iemand, een mens, die in staat is om over een levensgevaarlijke zee heen te wandelen, en aan wie die zee nog gehoorzaamt ook.

Als dit geen sprookje is, wat is het dan wel?

Wat wil de evangelist eigenlijk zeggen met dit verhaal?

Om dat te verstaan moeten we misschien even een zijsprongetje maken.

Is het u nooit overkomen dat je een spannend boek aan het lezen waart, en dat je na een 100 bladzijden of zo doorbladert naar het einde toe, om te zien hoe dat verhaal afloopt?  Als je dat eenmaal weet, bekijk je al wat er in het boek gebeurt heel anders.  Je ziet het dan allemaal in een ander licht, in het licht van het einde.

Zo ongeveer is dat met de evangelisten ook.  Ze schrijven hun evangelie als mensen die weten hoe het met Jezus van Nazareth afgelopen is.  Ze weten dat hij ter dood gebracht is, maar ook dat hij uit de dood is opgewekt.  Hij is verrezen, en dat geloof doortrekt hun hele evangelie.

Wat is nu de bedoeling van dit stukje evangelie van vandaag ?

1°        Het verhaal zegt iets over Jezus van Nazareth.

Dat is zo met ieder stukje evangelie.  Of het nu gaat over de genezing van een zieke, over een stukje uit de bergrede, over een twistgesprek met Farizeeën - altijd gaat het op de eerste plaats over Jezus van Nazareth.  Ze getuigen over hem

Wat er in het evangelie van vandaag gezegd wordt over hem komt hier op neer: De dood - dat is in dit verhaal: de dreigende zee, de losgebarsten storm -de dood heeft geen macht meer over hem.  In oude tijden bestond het gebruik dat een overwonnen vijand op de grond gelegd werd, en dat de overwinnaar zijn voet op hem zette.  Als een teken dat de vijand volkomen onderworpen was. (Josua 10:24)

Dat wordt hier uitgedrukt in het beeld van Jezus die over de losgebroken zee heen wandelt.  In de brief aan de Romeinen zegt Paulus over de verrezen Christus: "De dood heeft geen macht meer over hem". (Romeinen 6:9)  Dat wordt hier in dat symbool van het wandelen over het water uitgedrukt.  Het evangelie van vandaag is een soort vooruitgegrepen verrijzenisverhaal.  Het zegt over Jezus van Nazareth dat hij iemand is die behoort tot die andere wereld, tot die nieuwe schepping, waarin de dood zijn macht verloren heeft.

2°        Het verhaal over de storm op het meer zegt ook iets over Jezus' leerlingen.  Die behoren nog tot deze wereld.  Zij kennen het lijden de angst en de dood.

En wat hun geloof betreft: zelfs bij de grootsten onder hen kan dat geloof nog gaan wankelen en in een crisis terecht komen.  In het evangelie zie je dat met Petrus gebeuren, en in de eerste lezing is het geloof van Elia dat tegen de situatie niet meer op kan.  Elia ziet het niet meer zitten, hij vraagt om te mogen sterven.  De situatie van de gelovigen wordt niet mooier voorgesteld dan ze is.

3°        Tenslotte wordt er in het verhaal ook nog gezegd dat Jezus zijn leerlingen niet in de steek laat.  Hij komt naar hen toe.

Maar dat gebeurt in een gestalte, die van dien aard is dat ze hem niet herkennen.

Een spook, misschien een product van hun fantasie?  In alle verrijzenis verhalen komt dat terug: Maria Magdalena herkent hem niet.  Is het de tuinman misschien?  De leerlingen die naar Emmaüs gaan herkennen hem niet.  De leerlingen die na de verrijzenis aan het vissen zijn ook niet.  Die zien een vreemdeling op het strand.

Jezus gaat met zijn leerlingen mee, maar in een voor hen niet herkenbare vorm.  Misschien ziet hij er uit als een tuinman, of als een medereiziger, of als een toevallige onbekende die je ontmoet.  Zo gaat hij met ons mee.  Hij verandert onze situatie niet als met een toverstokje.  Bonhoeffer die in een concentratiekamp zat schreef: "Hij redt ons niet uit de nood, hij is met ons in de nood.  Verandert dat dan iets?  Maakt dat dan iets uit?  Misschien schenkt het ons wel de kracht om het vol te houden en om zo de situatie aan te kunnen.  "Wij hebben de langste adem", zei Dorothée Sölle "Er is bij ons al eens iemand uit de doden opgestaan". Amen.

 

Marcel Heyndrikx SVD
 

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.